Gemeente Tilburg over coronapas: ‘Wij handhaven met charme’

Horeca op het Piusplein | Foto: Gijs Franken / Omroep Tilburg

Lopen er vanaf 25 september meer boa’s op de Heuvelring? Gemeente Tilburg is hierover in gesprek. ‘Pas bij excessen komen wij in beeld.’

Het demissionaire kabinet gaat 45 miljoen euro verdelen over gemeenten zodat zij extra middelen in kunnen zetten ter controle van de ‘coronapas’. Dat werd dinsdag bekend. Die extra middelen kunnen bijvoorbeeld meer boa’s zijn die horecaondernemers controleren. Hoeveel geld veiligheidsregio Midden-West-Brabant krijgt kan de gemeente nog niet zeggen.

Geen bonnenboekje

‘Op dit moment zitten we in de aanpak zoals we die de hele coronacrisis al hebben gehad. Namelijk: als bezoeker ga je ergens naar toe waarvan je weet dat daar regels gelden. In dit specifieke geval gaat het over horecaondernemers. Die ondernemers hebben een rol om het naleven van de regels mogelijk te maken,’ aldus een woordvoerder van de gemeente. ‘Als de regels niet worden nageleefd door de bezoeker, dat is het aan de ondernemer om de bezoeker aan te spreken.’

Waar het extra geld precies naar toe gaat, wordt volgende week pas echt duidelijk. Het lijkt erop dat het voorbeeld van gemeente Amsterdam wordt gevolgd: ‘Of de boa’s de taak krijgen om te controleren weten we nog niet. Bij excessen komen wij als gemeente in ieder geval in beeld. En dan nog staan we niet meteen met een bonnenboekje klaar, maar gaan we meer het gesprek aan om te achterhalen hoe het beter kan.’

Met charme

Wat een exces volgens gemeente Tilburg is, is lastig te definiëren, aldus de woordvoerder. ‘Stel dat er honderden mensen in een keer samenscholen op een terras, dan is dat een exces waar je samen op ingrijpt. Pas buiten wat acceptabel is, komen wij in beeld.’ De woordvoerder benadrukt wel dat de naleving begint bij de bezoeker, dan de ondernemers en daarna komt de gemeente pas in beeld.

‘Wij zitten echt niet zo op die handhaving. Wij handhaven met charme. Dat doen we al deze hele periode. We gaan merken hoeveel geld wij gaan krijgen hier in onze stad en waar we dat gaan inzetten. Daarna gaan we nadenken over welke handhavers we nodig hebben en op welke plekken we hun inzetten en waar niet.’

Edita Saakian