Inmiddels is Reno de Hondt een echte veteraan als het gaat om zijn bijdrage aan de Tilburg Trappers. Hij heeft al meer dan 500 wedstrijden op zijn naam staan. Maar hoe is hij eigenlijk ooit op het ijs beland?
Zijn vader, René de Hondt, liet de piepjonge Reno al in zijn eerste levensjaar kennismaken met de koude ondervloer. “Mijn vader ijshockeyde vroeger al en heeft mij naar de ijsbaan gebracht. En daar zijn we eigenlijk nooit meer weggegaan”, lacht de ijshockeyer. Hij was uiteindelijk drie jaar oud toen hij daadwerkelijk voor het eerst op schaatsen stond.
Voetbal, tennis en karate: het zijn zomaar wat sporten die hij in zijn jeugd uitprobeerde. Maar het was de rubberen puck die zijn hart sneller deed kloppen. Zijn ijshockeyavontuur begon in Eindhoven, bij het CTO. Vanuit de Brabantse stad vertrok hij naar Zweden, waar hij een paar maanden speelde, gevolgd door een jaar in Amerika. Uiteindelijk kwam Trappers op zijn radar.
”Toen ik hoorde dat Trappers de overstap wilde maken naar de Oberliga, werd het voor mij wel interessant. Ik heb toen geprobeerd in het team te komen en dat is gelukt”, aldus de nummer 77.
De zoon van de technisch directeur
In het begin vond Reno het best lastig dat zijn vader de technisch directeur van het Tilburgse team is. “Ik weet zeker dat er op de tribunes is geroepen: ‘Hij zit erbij omdat hij de zoon van is”’, zegt Reno. Hij was er gelijk heel open over met zijn teamleden. “Ik heb destijds met mijn teamgenoten het daar over gehad. Dat is zeker niet het verhaal.”
Inmiddels heeft Reno het eigenlijk niet meer in de gaten dat zijn vader ook binnen de club actief is. “Wij houden het zelf ook heel erg gescheiden, zakelijk en privé.” Al geeft de verdediger toe dat het bij de keukentafel altijd over ijshockey gaat. “Niet altijd over Trappers, maar altijd over ijshockey. Vooral bij mijn vader. Die kan niet over iets anders praten.”
Schoonmaken en ijshockey
Naast zijn ijshockeycarrière houdt Reno zich bezig met zijn eigen schoonmaakbedrijf. Vorig jaar september maakte hij de keus om voor zichzelf te beginnen. “Ik maak een huis compleet schoon van buiten. Dan moet je denken aan de reiniging van opritten, gevels, glasbewassing en daken”, legt hij uit.
Eigen baas zijn, heeft zo zijn voordelen. Het werk valt goed te combineren met het ijshockeyen. “Ik kan mijn tijd zelf goed invullen. Ik heb ook het geluk dat heel veel mensen waar ik moet werken mij kennen en het respecteren dat ik ijshockey.”
Toekomst
Het blijft voor hem wel nog een vraagteken als het gaat om de toekomst bij het Tilburgse team. “Ik heb nu nog een doorlopend contract en daarna wil ik echt per jaar gaan bekijken. Ook kijkend naar het bedrijf natuurlijk. Als ik genoodzaakt ben om te stoppen, dan komt de tijd misschien iets eerder dan gepland. Maar het is nog één grote vraagteken.”
LEES OOK:
Trappers Off Ice: Ties van Soest is de ‘dromer’ van de groep
Trappers Off Ice: Kilian van Gorp neemt zijn ’16’ overal met zich mee
Trappers Off Ice: Hoe Max Hermens zijn ijshockeydroom en carrière in perfecte balans houdt
Trappers Off Ice: maak kennis met Bjorn Borgman
