Wegwerparbeiders deel 3: Tilburgers schieten te hulp waar de overheid faalt

foto: Michiel Bles

Tweederangs burgers zijn het, de 10.000 arbeidsmigranten in Tilburg. Ze zijn cruciaal voor de economie, maar hebben slechts beperkt recht op sociale voorzieningen. In het derde en laatste deel van de serie ‘Wegwerparbeiders’ besteden we aandacht aan hen die deze groep een helpende hand bieden.

Geschreven door Zoran Bogdanovic

“Stelen ga ik nooit aan beginnnen, want het is verslavend. Ik heb vrienden verloren die dat pad zijn opgegaan.” Het is half 11 ’s ochtend en een graad of 35 op het terras bij cafe ’t Stationneke in Oisterwijk, waar ik Pawel* spreek. Door zijn hoge bloeddruk is hij vaker uitgevallen op werk, wat leidde tot ontslag bij meerdere bedrijven. Hij trekt een vers gekocht koud blik bier open. “Het leven is wat zachter met een biertje.”

Nu woont hij in een tent ver van de stad, maar weet nog wel de plekken waar hij het afgelopen jaar als dakloze geld kon verdienen om eten van te halen. “De Besterdring en de Korvel. Als je daar acht uur lang per dag flessen en blikken raapt, levert dat zo’n 15 tot 16 euro op. Overnachten deed ik in de zomer in het Spoorpark in Tilburg. In de winter zocht ik de warmte op. Ik sliep in de grote flatgebouwen, waar de gangen waren verwarmd.”

Tekst gaat verder onder de foto.

Foto: Michiel Bles
Honing aan je benen

Wie op straat beland, grijpt sneller naar alcohol en drugs om in ieder geval mentaal te ontsnappen uit de moeilijke situatie. Dit is een groot probleem onder dakloze arbeidsmigranten, die daarmee ook verder verwijderd raken van de arbeidsmarkt. Deze vicieuze cirkel, die vaak gepaard gaat met stelen, noemde een oudere dakloze man uit Roemenie de zogenaamde beehive: “Als je daar in komt, kleeft de verslaving als honing aan je benen. Je blijft plakken.”

Arbeidsmigranten zijn geen Nederlandse staatsburgers en hebben slechts beperkt toegang tot sociale voorzieningen in Nederland. Waar de overheid normaalgesproken helpt, zijn arbeidsmigranten die in de knel komen aangewezen op hulporganisaties en vrijwilligers die zelf de mouwen opstropen. In dit derde en laatste deel van de serie ‘Wegwerparbeiders’ staan zij in het spotlicht. En ze zijn meer nodig dan ooit, want de groep die in ‘de honing’ blijft plakken wordt steeds groter.

Tekst gaat verder onder de foto.

Foto: Michiel Bles

“Vijfhonderd mensen. Zoveel hebben zich vorig jaar bij ons gemeld”, zegt Barbara Śmietana van Barka, een stichting die zich op hun website presenteert als ‘de reddingsboei voor arbeidsmigranten uit EU-landen’. Voor de stichting werken Poolse Nederlanders die al langer in Nederland wonen en de taal machtig zijn. Altijd in tweetallen: een sociale werker en een ervaringsdeskundige die vroeger op straat heeft geleefd. Zij bieden de mensen op straat hulp met het vinden van een nieuwe baan.

“Lukt dat niet, dan kunnen we een vliegticket naar hun thuisland te regelen”, zegt Śmietana. We zitten aan een lange tafel in een van de ruimtes van daklozenopvang Traverse, waar Barka wekelijks spreekuren heeft. “In Polen hebben we een rehabilitatiecentrum waar deze mensen terecht kunnen voor een traject: afkicken en hun leven weer op orde krijgen.”

Van de ongeveer vijfhonderd arbeidsmigranten die zich bij vorig jaar bij Barka meldden, maakt een tiental gebruik van de rehabilitatieoptie. Het grootste deel van de groep blijft liever in Nederland en vindt uiteindelijk weer werk en onderdak, in ieder geval voorlopig. “Maar er is ook een minderheid die psychologische problemen heeft en tussen schip en wal blijft dobberen”, vertelt Śmietana.

Even later komt een man in trainingspak en een rugtas binnen. Hij is zichtbaar onder invloed en valt bijna meteen op de grond.  Na een korte woordenwisseling in het Pools verlaat hij de ruimte. “Hij was zijn oplader vergeten”, zegt Śmietana. “Helaas voor hem is deze meneer al lange tijd een bekende bij ons.”

Tekst gaat verder onder de foto.

Hülya Özdemir van Stichting Broodnodig (foto: Michiel Bles)
Hoofd boven water houden

Toen Hülya Özdemir van Stichting Broodnodig aan het Wilhelminapark lunchpakketten begon uit te delen aan daklozen, waren dat er zo’n achttien per dag. “Waarvan de helft mensen uit het buitenland. Nu maken wij bijna vijftig lunchpakketten per dag en zo’n tachtig procent van hen is een dakloze arbeidsmigrant. Maar bij ons komt alleen het topje van de ijsberg. Veel mensen schamen zich voor armoede en zal je ook niet snel bij ons zien.”

Stichting Broodnodig is meer dan een officieuze voedselbank. Naast het uitdelen van eten en kleding, is het ook een verzamelplek waar arbeidsmigranten terecht kunnen voor hulp met hun CV, advies, en elkaar kunnen ontmoeten. “De groep die hier komt heeft vaak te maken met multicomplexe problemen: bijvoorbeeld dat iemand naast zijn verslaving ook andere mentale problemen hebt. Je kunt die mensen niet altijd bereiken, ook al zitten ze recht voor je, snap je?”

Daarom is Özdemir teleurgesteld in de overheid. Teleurgesteld dat er voor deze mensen geen voorzieningen zijn waar ze bij aan kunnen kloppen. “De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is er voor maatschappelijke zorg, maar die is zó ingekaderd dat het zelfs voor Nederlandse staatsburgers moeilijk is om altijd even goed geholpen te worden. En arbeidsmigranten vallen al helemaal buiten het kader. Wij helpen ze in ieder geval het hoofd boven water te houden.”

Tekst gaat verder onder de foto.

De arbeidsmigranten krijgen bij Stichting Broodnodig ook warme lunch. Vaak wordt die gezamenlijk opgegeten in het Wilhelminapark (foto: Michiel Bles)


Malafide boekhouders

Ook de arbeidsmigrant die wél een woning en baan heeft, loopt een grote kans om uitgebuit te worden. “Er zijn malafide boekhouders, zelfs in Polen, die honderd euro per uur vragen voor simpele dingen als het aanmaken van een DigiD”, zegt Michalina Plociennik, die samen met Aleksandra Czojkowska besloot om andere Polen te helpen.

Het tweetal richtte afgelopen winter Stichting Naar Actieve Samenleving (NAS) op; een gratis adviespunt in het buurtcentrum Tilburg-West. Geheel op eigen kosten: de dames maken minder uren op hun eigen werk. “De noodzaak voor een adviespunt is gewoon te groot om niets te doen”, zegt Plociennik. Ze toont een geanonimiseerde brief van een Poolse mevrouw, die door haar huisbaas werd opgezadeld met de energierekening van een heel huis, met zes andere inwonenden.

“Die arme vrouw heeft 6.000 euro schuld. Zo meteen komt ze langs en dan bellen we samen haar energieleverancier.” Zuchtend legt ze een aangiftebrief van de politie op tafel. Een Pools gezin had een borgsoms van 1.500 euro betaald bij iemand die zich voorstelde als huisbaas, om vervolgens nooit meer iets van de man in kwestie te vernemen. “We zijn nog maar net actief, maar nu al hebben zich tientallen mensen bij ons gemeld”, vertelt Czojkowska. “Zich wegwijs maken in Nederland is voor deze groep echt niet makkelijk.”

*De naam Pawel is vanwege privacyredenen gefingeerd.

Omroep Tilburg