Will (63) is vrijwilliger bij azc Oisterwijk: ‘Als je er niet bent, hebben ze je ook echt gemist’

Will van Boxtel voor het azc in Oisterwijk (foto: Pieter Soethout)

Waar veel mensen nog nooit in een azc zijn geweest, is het voor Will van Boxtel uit Haaren wekelijkse kost. Iedere maandagmiddag gaat hij er heen namens Time4You, een project binnen stichting VluchtelingenWerk om kinderen in azc’s meer zelfvertrouwen te geven. “Soms staat er een kindje tussen waarvan de tranen nog niet zijn opgedroogd.”

Will begon zo’n zeven maanden geleden bij Time4You, maar was al langer vrijwilliger bij Stichting VluchtelingenWerk. Voor hem op tafel liggen twee zakjes mandarijnen, zes flessen ranja en een paar doosjes pleisters. “Vanochtend even bij de supermarkt gehaald”, vertelt hij. “Vorige keer had iemand zijn knie gestoten en toen konden we geen pleisters vinden.” Vanaf drie uur ‘s middags komen de kinderen uit school en er moet nog het een en ander voorbereid worden.

Iedere week een thema

Iedere middag heeft een specifiek thema. Dat hoeft niet moeilijk te zijn, bijvoorbeeld bloemen knutselen in de lente, maar ook bij feestelijke momenten als kerst of nieuwjaar. “We vroegen de kinderen na de jaarwisseling naar hun dromen voor 2025. Dat mogen ze tekenen of vertellen, dat eerste gaat vaak makkelijker.” Wat Will toen zag en hoorde, raakt hem tijdens het gesprek op het kantoor van Time4You nog steeds. “Een van de kinderen zei toen: ik wil een nieuwe papa”, zegt de vrijwilliger met een brok in zijn keel. “Dat hoort een kind niet als droom te hebben.”

Het vrijwilligerswerk staat de voormalig teamleider in een grote fabriek op het lijf geschreven, maar toch vond hij sommige dingen in het begin nogal ongemakkelijk. “We gaan soms in een kring staan, met muziek op en dat was voor mij redelijk onwennig om daar te staan dansen. Op de fabriek hadden we ook wel een ochtendmeeting, maar dan stond iedereen gewoon te gapen”, grapt hij. 

Niet alleen maar lachen

Gapen gebeurt tijdens de middag van Time4You niet vaak, maar altijd alleen maar lachen lukt ook niet. “Soms staat er een kindje tussen waarvan de tranen nog niet zijn opgedroogd. Als je dan met vier of vijf vrijwilligers bent, pikt iemand dat meteen op.” Aan het begin dacht Will nog wel eens: wat doet dat uurtje in de week nou? “Maar het is veel meer dan dat. Ze leven ernaartoe, hebben op het moment zelf lol en gaan naar huis met veel plezier.”

Dat is nodig ook, want volgens Will hebben alle kinderen in het azc veel meegemaakt. “Kinderen zijn heel veerkrachtig, maar het zit toch ergens hier”, vertelt hij, terwijl hij met zijn wijsvinger naar zijn hoofd wijst. “Ze hebben allemaal een trauma, al zijn die wel heel verschillend wanneer je uit bijvoorbeeld Afghanistan of Somalië komt.”

Overlevingsstand

De vrijwilligers zijn ontzettend belangrijk, omdat ze tijd maken voor de kinderen, naar ze luisteren en ze kunnen afleiden van de dagelijkse problemen. “Ouders staan zo in de overlevingsstand, dat ze niet altijd aandacht hebben voor hun kinderen”, vertelt projectleider Pim van Gerwen.

“Wat ook meespeelt, is dat de ouders hun kinderen denken te ontzorgen door ze niet mee te nemen in het verhaal. Maar die kinderen voelen dat feilloos aan.” In Nederland zijn kinderen het gewend om na school de vraag te krijgen: hoe was jouw dag? “Voor ouders met grote zorgen is het niet altijd vanzelfsprekend dat ze dezelfde aandacht hebben voor hun kind en daardoor deze vraag niet stellen. Bij Time4You stellen wij de vraag wel, zodat kinderen in elk geval eenplek hebben waar ze gezien en gehoord worden.”

Razendsnelle ontwikkeling

In de eerste zeven maanden dat Will vrijwilligerswerk bij Time4You doet, ziet hij dat de kinderen zich ontwikkelen. “We hadden een ouder meisje dat haar jongere broertje altijd meenam. Die stond eigenlijk een uur lang te huilen”, vertelt de vrijwilliger. “Dat menneke staat nu iedere keer als eerste klaar. Hij helpt mee klaarzetten en alles weer afbreken, geweldig om te zien.”

Zelf kijkt Will ook iedere week weer uit naar de volgende keer dat hij langs mag gaan op het azc in Oisterwijk. “Als je voor één kind het verschil hebt kunnen maken, kan daar geen salaris tegenop”, vertelt hij. “Het is heel aandoenlijk en je merkt dat je niet van hout bent. Als je er een keer niet bent, hebben ze je ook echt gemist.”

Pieter Soethout