Inburgering in Tilburg op de schop: Hoger taalniveau en meteen werken

Archieffoto (foto: Pexels/Monstera)

Het inburgeren in Tilburg is flink veranderd. De gemeente heeft het taalniveau flink omhoog geschroefd en statushouders mogen meteen aan het werk of studeren voortaan. Daarvoor zijn drie routes ontwikkeld waarmee statushouders sneller en beter kunnen inburgeren.

Esmah Lahlah, wethouder Asiel en Integratie, presenteerde de nieuwe inburgeringscursus die volgens haar veel beter aansluit bij de behoeftes van de cursisten dan vroeger het geval was. “Het is de bedoeling dat statushouders zich zo snel mogelijk thuis gaan voelen.”

De nieuwe manier van inburgeren komt voort uit de nieuwe Wet Inburgering die 1 januari is ingegaan. In de nieuwe wet is de gemeente meer verantwoordelijk voor het inburgeren. Eerder moesten statushouders zelf een taalschool zoeken tijdens het inburgeringsproces en daar kregen ze een lening voor van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Nu regelt de gemeente dit allemaal.

Routes
Statushouders worden ingedeeld in drie routes: In de B1-route leren inburgeraars de Nederlandse taal op niveau B1 en mogen ze direct de arbeidsmarkt op. “We zoeken samen naar een gepaste werkplek waar de statushouder zich kan ontwikkelen,” legt Irene Haisma, directeur Werkvloertaal, uit. “Zo kunnen inburgeraars in de praktijk leren.”

De onderwijsroute is er voor jonge mensen die willen doorleren op het mbo, hbo of de universiteit. De gemeente Tilburg werkt daarvoor samen met Fontys, Avans, het ROC en Tilburg University. Statushouders worden in een soort ‘pre-bachelor’ groep geplaatst, waar ze klaargestoomd worden voor het onderwijs wat ze willen gaan volgen.

De laatste route is de Z-route ook wel zelfredzaamheid-route genoemd. Dit is voor statushouders die moeite hebben met leren, zoals analfabeten of mensen die geen opleiding hebben gevolgd. Het is een langzamer traject, met de focus op kleine stappen zetten. Ze moeten binnen drie jaar 800 uur taalles hebben gevolgd en 800 uur gewerkt hebben. Daarna zijn ze ingeburgerd, al hoeven ze daar geen examen voor te doen.

Taalniveau
Het taalniveau voor alle routes is verhoogd ten opzichte van de oude Wet Inburgering. Eerder moest een statushouder de Nederlandse taal beheersen op niveau A2 om te slagen voor de inburgeringscursus, nu is dat B1. Dat is vergelijkbaar met het niveau van iemand met een vmbo-diploma.

Vooral de woordenschat van statushouders wordt zo vergroot ten opzichte van de oude cursus. “Het taalniveau is een stap hoger, dit zorgt ervoor dat statushouders uiteindelijk makkelijker kunnen communiceren op hun werk,” legt Irene Haisma uit, die het een goede zaak vindt.

Zorgen
Toch zijn er ook zorgen over de nieuwe cursussen. Yasin vluchtte uit Syrië in 2015 en begeleidt nu zelf inburgeraars via VluchtelingenWerk Nederland. Hij twijfelt over de haalbaarheid van het hogere taalniveau. “Dit is wel een uitdaging voor veel mensen. B1 leren kost meer tijd en moeite, daar heeft niet iedereen geduld voor.” Toch ziet hij ook de positieve kanten. “Uiteindelijk kan je wel veel meer, dat is natuurlijk het doel.”

“Het blijft altijd moeilijk voor een groep,” voegt Lineke Giesen van Diamantgroep toe. Zij gaat in de Z-route statushouders begeleiden en helpen in de praktijk. “Een aantal mensen zal niet in staat zijn een nieuwe taal te leren, maar nu zal dat aantal wel veel kleiner worden.”

Marjo van Yperen