Ze zijn eigenlijk atleten, maar naast hun trainingen werken ze allemaal gewoon fulltime. Eén van hen staat zelfs voor de klas. “Ik werk in het onderwijs, dus ik kan nog een beetje plannen. Maar het is veel schuiven. Je vrije tijd lever je gewoon in”, vertelt Jenita.
Vier onderdelen, vier teams
Op het WK varen de Tilburgers vier onderdelen: sprint, slalom, botercross (waar je elkaar letterlijk uit het parcours mag beuken) en een lange afstand van zo’n zes kilometer. Jenita: “Het is techniek, tactiek en uithoudingsvermogen. Alles komt samen.”
Forward Motion vaardigt vier teams af naar Argentinië: een dames-, een heren- en twee mixed teams. “We zijn ooit begonnen als schoolteam in Tilburg in 2012. Nu, ruim tien jaar later, mogen we Nederland vertegenwoordigen op het hoogste podium. Da’s toch mooi.”
Op training naar België
Trainen voor het WK is een uitdaging op zich. “We oefenen twee keer per week op het kanaal in Tilburg, maar dat is stilstaand water. Dus voor échte rafttraining moeten we naar België of Duitsland. Minstens één of twee keer per maand.”
Vroeger kon dat gewoon in Zoetermeer, maar de baan daar is failliet gegaan. “Sindsdien moeten we alles zelf regelen. Gelukkig kunnen we af en toe wedstrijden varen in Italië of Oostenrijk, en dat zien we dan ook meteen als training.”
Geen steun van TeamNL
De sport is in Nederland nauwelijks populair. Sinds corona is het aantal actieve teams gedaald naar vier. “We zijn nu veruit het actiefste team van Nederland.” Sponsoring is er amper: “Soms helpt een werkgever mee of een vriend met een bedrijf, maar het meeste betalen we zelf.”
En dat is geen kattenpis. “Argentinië is ver, de vluchten zijn duur en we moeten daar ook nog verblijven. We doen het echt uit passie. Geen geld, maar wel heel veel liefde voor de sport.”
Warm onthaal in de raftwereld
Toch is het dat allemaal waard. “Het is zo’n sportieve wereld. Iedereen gunt elkaar de overwinning. Zelfs concurrenten moedigen je aan of geven je tips. Dat maakt het zo mooi.”
Het WK is in november, in de buurt van het Argentijnse plaatsje Neuquén. De kans is groot dat ze moeten strijden op de Aluminé rivier. “We weten al dat het een rivier wordt met flink wat volume. Power dus. Daar houden we wel van.”
Brabanders op de wereldkaart
Het team kijkt uit naar wat komen gaat. “Vooral het mixteam (vrouwen en mannen) is onze kracht. Dat hebben we altijd al gedaan, terwijl andere landen daar pas net mee beginnen. We hopen Nederland goed op de kaart te zetten.”
De motivatie blijft onverminderd groot. “Het reizen, de sfeer, de natuur. Je komt op plekken waar je anders nooit zou komen. En als je dan in je Tilburgse teamshirt aan de start van een WK ligt, dan weet je weer waar je het voor doet.”

