Vanessa Spaanderman
Ruud van Baast kreeg vijf jaar geleden de vraag of hij als directeur aan de slag wilde gaan bij Trappers. Het was geen gemakkelijke start, aangezien de financiële huishouding van de club als gevolg van de coronapandemie ernstig onder druk stond. “Ik zat al vier jaar in het bestuur en heb toen besloten mijn baan op te zeggen. Mijn eerste doel was om de club door de coronatijd heen te helpen. Maar goed, je knippert met je ogen en je bent vijf jaar verder”, vertelt Van Baast.
Eigenlijk had de directeur andere plannen, maar die moest hij in de koelkast zetten. “Ik heb altijd de ambitie gehad om nog eens iets voor mezelf te beginnen. In eerste instantie als interim-manager, zelfstandig projecten draaien en bedrijven helpen. Dat wilde ik vijf jaar geleden al doen, maar toen kwam Trappers op mijn pad.”
”Elkaar helpen om te overleven”
De afgelopen jaren heeft hij de club zien uitgroeien tot het succes dat het nu is. “Trappers is sterk geprofessionaliseerd. Ik kan zeggen dat ik iets moois nalaat en heb er alle vertrouwen in dat de club verder kan groeien”, licht Van Baast toe. Zijn persoonlijke hoogtepunt? De stijgende lijn van het team. “De coronaperiode heeft me het meest gebracht. Als club en verantwoordelijken zijn we toen echt naar elkaar toe gegroeid. We moesten elkaar helpen om te overleven.”
Oberliga-kampioen zijn de mannen niet geworden, maar Van Baast mocht wel meemaken hoe de ijshockeyers Oberliga Nord Meister werden. “Natuurlijk had ik graag kampioen met ze willen worden, maar het winnen van de Oberliga Nord was ook heel mooi.”
Stekker eruit
Hij is blij dat Trappers zo’n begrip is geworden in Tilburg. “We hebben met zijn allen keihard gewerkt aan het imago en de uitstraling. Het leeft echt in de stad. Ik vind het mooi dat we dat samen hebben bereikt.”
Zijn werkzaamheden lopen nog tot 1 juli. Daarna trekt hij definitief de deur van het IJssportcentrum achter zich dicht. Eerst gaat Van Baast genieten van zijn vakantie. “Even de stekker eruit, telefoon op stil en tijd voor mijn gezin, sporten en alles wat erbij komt kijken”, legt hij uit. Het voelt voor hem niet alsof hij zijn kindje achterlaat. “Het is een heel intensieve periode geweest, dus ik moet echt even onthaasten en loskomen van alles.”
Tweede thuis
Fans kunnen Van Baast zeker nog tegenkomen in Stappegoor. “Ik kom de komende seizoenen nog wel af en toe kijken. Het zal natuurlijk niet meer elke week zijn, maar ik kan het niet missen. Ik zit al mijn hele leven in het ijshockey. Het blijft toch een beetje mijn tweede thuis.”
LEES OOK:
Het sportieve jaar van Tilburg Trappers: van de play-offs tot uitverkochte wedstrijden
