Het broedkoppel op Westpoint zit er volgens natuurkenner Rob Vereijken misschien al wel twintig jaar en dat is niet zonder reden. “Op de hoogste gebouwen zitten de slechtvalken in Nederland”, vertelt hij. “In het buitenland zitten ze op rotsen en daar broeden ze gewoon op stenige stukken. Die hebben wij hier niet.” Met een nestkast wordt zo’n gat in een rots nagebootst.
Als het maar hoog is
Hij vertelt dat er in Tilburg jarenlang drie paren hebben gezeten, waarvan een dus op Westpoint. “De andere zaten op de televisietoren tussen Tilburg en Loon op Zand en een hoogspanningsmast in de buurt van Moerenburg. Als het maar hoog is, want ze duiken bovenop hun prooi.” Tijdens zo’n duikvlucht halen slechtvalken volgens het Brabants Natuurmuseum een maximale snelheid van maar liefst 389 kilometer per uur.
Op een livestream kun je 24 uur per dag kijken naar de jonge vogeltjes en het broedpaar, dat dagelijks op zoek gaat naar eten.“Het is een snelle jager en ze eten vaak duiven”, vertelt Vereijken. Op de livestream zie je de resten van de prooi van gisteren nog liggen. “Van hoge hoogte kijken ze naar beneden of ze een prooi zien zitten. Dan duiken ze naar beneden en raken ze bijvoorbeeld een duif.”
Na zes weken vliegen
Na een week of zes beginnen de jonge slechtvalkjes steeds meer met hun vleugels te bewegen. Na zes weken kunnen ze al volledig vliegen en na drie maanden vliegen ze uit. “Eerder zitten ze al voor het raampje in de kast of fladderen ze erop”, vertelt Vereijken.
Op dit moment zitten er drie gezonde, jonge slechtvalken in de nestkast op Westpoint. Toch hoeft dat niet zo te blijven. “Er is er heel vaak een die achterblijft. Als hij daarmee begint, gaan die andere jongen meer schreeuwen om eten. Als er dan twee hele grote bekken open zitten, met een kleintje ertussen, dan redt hij dat niet. Dat is de harde realiteit van de natuur. Dat hoort bij het leven.”
