De bibliotheek verandert naar ontmoetingsplek: ‘Corona was een vuurdoop’

Foto: Manoek Lambregts / Omroep Tilburg

De tijd van muisstille leeszalen vol boekenkasten is voorbij. De bibliotheek transformeert tot ontmoetingsplaats en kenniscentrum, ook in Tilburg. Het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO), samenwerking met partners zoals Het Ronde Tafelhuis bij locatie Wagnerplein en de veranderende samenleving spelen daarbij een rol. “Informatie is niet meer alleen in boeken beschikbaar”, zegt Marjo Frenk, manager van onder andere bibliotheken Wagnerplein en Udenhout. “Als we het alleen van boeken moeten hebben, dan zouden we niet veel bezoekers meer hebben.

In deze tweedelige serie kijken we naar hoe de bibliotheken in Tilburg veranderen. In dit eerste deel lees je over de invloed van digitalisering en samenwerkingspartners. In het volgende deel komen de nieuwe doelgroep, gevolgen en wat de gemeente bijdraagt aan bod.

De digitalisering van de maatschappij is een verandering waar de bibliotheek in mee moet gaan. Werkstukken worden met het internet of AI gemaakt. Het papieren boek wordt vervangen door de e-reader. “Bij de opkomst van e-books waren veel sceptici die zeiden: ‘De bibliotheek zal over een paar jaar niet meer bestaan”, vertelt Angelique de Kort, manager van onder andere de LocHal en bibliotheek Groenewoud.

“Maar de sector heeft zichzelf opnieuw uitgevonden”, stelt ze. “Op basis van dingen die leven in de buurt zijn we sinds 2014 veel meer activiteiten gaan organiseren.” Dat zijn programma’s zoals taallessen, tentoonstellingen, spelletjesavonden, debatten, lezingen en digicafés. “De functie van de bibliotheek is dermate veranderd, dat het ook een verblijfsplek en een ontmoetingsplek is geworden”, zegt De Kort.

Corona als katalysator van de verandering: ‘Vuurdoop’

De grootste digitale verandering die de bibliotheek heeft meegemaakt, is misschien wel het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO), dat sinds 2019 bij de bibliotheek te vinden is. Dit is een initiatief vanuit de overheid, bedacht om mensen te helpen met vragen over bijvoorbeeld de belastingaangifte, het verlengen van een rijbewijs of aanvragen van pensioen. Toen een paar maanden later corona om de hoek kwam kijken, werd de informerende rol van de bibliotheek in de katalysator gegooid.

“Toen hadden zoveel mensen hulp nodig met bijvoorbeeld de CoronaCheck-app”, zegt De Kort over de LocHal. “Als je ziet wat voor mensen we hier aan de balie gehad hebben, met de krakkemikkigste oude telefoontjes. Die vroegen dan: ‘Kun je hier de app voor mij opzetten? Ik wil met mijn kleinkinderen naar de speeltuin.’” Ook bij Wagnerplein was het druk: “Er stonden echt rijen”, vertelt Frenk. “Veel mensen hadden geen smartphone, die app kon niet eens op hun telefoon. Het was een vuurdoop.”

‘Hoe meer maatschappelijke initiatieven, hoe beter’

Nog steeds weten mensen de weg naar de bibliotheek te vinden voor digitale vragen. Joyce van Dooren (45) staat bij een tafeltje met een flyer over de wifi in de LocHal. “Ik heb problemen met mijn internetprovider en ben afgesloten van alle informatie in de wereld. Ik hoop dat ik er zo in kan.” Ze is geen lid van de bieb, leent geen boeken, maar vindt het belangrijk dat deze plek er is. “Hoe meer maatschappelijke initiatieven hoe beter. De maatschappij is tegenwoordig heel erg ik-gericht.”

Door het digitale informatiepunt vinden steeds meer verschillende mensen de weg naar de bibliotheek, stelt Frenk. Dat is een proces dat tien à vijftien jaar eerder al in gang was gezet door samen te werken met andere partijen in de bibliotheek.

Bij de bibliotheek aan het Wagnerplein zit bijvoorbeeld Het Ronde Tafelhuis, een cultureel ontmoetingscentrum waar veel Somaliërs samenkomen. “De gemiddelde Somaliër uit Tilburg-Noord komt nooit in het centrum”, zegt Frenk. “Dus als bibliotheek doen we het omgekeerd en gaan we naar de mensen toe”, vult Kris Roemers, manager van onder andere bibliotheken ’t Sant, Heyhoef, Goirle en Hilvarenbeek aan.

Kopje koffie

Naast dat de doelgroep van de bieb wordt uitgebreid, zijn er meer voordelen van deze samenwerkingspartners. “Eerst kon je alleen open als je eigen personeel aanwezig was”, stelt Roemers. “In kleinere wijken was dat beperkt tot vier of vijf uur per dag. Nu blijk je in een keer de hele dag bereikbaar te zijn voor wifi, boeken, de krant en een kopje koffie.”

En dat kopje koffie blijkt een belangrijke. “Weet je hoeveel mensen hier iedere dag even binnen lopen?”, stelt De Kort. “Zij hebben gewoon behoefte aan een praatje. Het is een stuk eenzaamheid bestrijden.”

Manoek Lambregts