De jonge coureur uit Udenhout moet eerlijk toegeven: het interview vindt hij spannender dan over de baan scheuren. Maar toch vertelt hij rustig over hoe hij ooit begon met karten. “Dat was in een huurkart, daarna kreeg ik een Honda Cadet en nu heb ik deze”, vertelt hij vol trots terwijl hij in zijn eigen kart zit. De vader van Mika is maar druk met het bijstellen, onderhouden en schoonmaken van de karts.
Trainen doet de Udenhoutse coureur normaal gesproken in het weekend. “Op zaterdag en zondag hebben we trainingen en wedstrijden”, vertelt hij. Maar deze keer is hij op woensdag te vinden op de kartbaan. Het is namelijk vakantie en dat betekent dat hij voordat hij met z’n gezin naar het buitenland gaat, nog één keertje kan trainen. “Hij is niet meer uit de kart te krijgen, helemaal niet als we net terug zijn van vakantie”, vertelt zijn trotse moeder.
Iedere ronde sneller
De eerstvolgende wedstrijd is op het circuit waar Mika woensdag traint. Handig, want zo verkent hij de baan, weet hij waar hij gas bij moet geven of juist moet remmen en wordt hij sneller en sneller. “Ik heb hier vijf lampjes”, legt hij uit. “Als er één lampje groen is, ben ik één tiende sneller dan mijn vorige ronde. Zijn er twee groen, twee tiende en zo verder. Als ze rood zijn, ben ik juist langzamer, maar dat komt niet vaak voor”, zegt hij met een grijns van oor tot oor.
Voor nu wil hij kampioen worden en dan volgend jaar nog een keer. Daarna is zijn doel om bij de junioren en vervolgens de senioren te gaan racen. En als dat allemaal gelukt is? “Het is mijn droom om in de Formule 1 te rijden. Dat gaat zo hard en is het allerhoogste niveau als het gaat om racen.” Voor nu is die droom nog heel ver weg en kijkt Mika op tegen zijn grote idolen. “Max Verstappen, omdat hij de beste Nederlander is en Lando Norris omdat hij nog jong is en ik denk dat hij in een betere auto heel goed zou zijn”, legt hij uit.
Dankbaar voor familie
Vlak voordat het interview in de kart erop zit en hij weer mag racen, wil Mika zelf nog één ding zeggen. “Ik wil mijn vader, moeder en broers heel erg bedanken voor alle steun. Ze helpen me allemaal enorm.”
De 11-jarige coureur doet zijn balaclava en helm op, maakt het klittenband op zijn neksteun vast en trekt zijn handschoenen aan. Zijn broer en vader hebben zijn kart inmiddels weer van de standaard gehaald. Er is net getankt en Mika gaat met een brede glimlach in het voertuig zitten. Hij kijkt over zijn schouder, en nog een keer, en geeft dan gas. Binnen de kortste keren rijdt hij op volle snelheid en maakt hij het de anderen op de baan lastig, ondanks dat zijn kart minder hard kan.
