Die editie vond, eigenlijk een beetje stiekem, plaats in de eerste coronazomer. “We kwamen erachter dat we best wel in onze eigen bubbel zaten”, vertelt een van de vier initiatiefnemers, Wouter Mennen. “Van de 22 aanwezigen kenden we er een aantal ook gewoon niet. We zeiden tegen iedereen die we wél uitnodigden: ‘Neem bekenden van je mee, waarvan je denkt dat ze hier goed passen.”
Dat werd een succes. De twee edities daarna werden op dezelfde locatie gehouden. “Met honderd man was hij toch wel vol en kregen we rond vier uur ‘s middags de eerste meldingen.”
Twee edities bij de Noorderplas
Daarna moest dus uitgeweken worden naar een nieuwe locatie. Die vonden ze bij de Noorderplas. “We hebben verschillende locaties bezocht en uiteindelijk raakten we in contact met de eigenaar daar. We hebben er twee edities gedaan. De eerste keer voelde het nog een beetje als een privéfeestje.”
De tweede keer zetten de initiatiefnemers voor het eerst social media in. Toen kwamen er uiteindelijk zo’n 300 man”, vertelt Menno Stabel. “Toen dacht ik wel dat het wel eens wat kon worden. De sfeer was goed, de mensen waren leuk en de muziek sloeg aan. Ik heb geen 300 vrienden, dus mensen die ons niet kennen, vinden dit ook leuk”, blikt Stabel terug.

Knallen in de Spoorzone
De editie van 2024 was een bijzondere. Daycare verhuisde naar de Spoorzone, dé plek waar onder andere grote festivals als Het Moment en Woo Hah! het levenslicht zagen. Zo’n 1500 bezoekers kwamen, ondersteund door een heerlijk zonnetje, naar het festivalterrein. Dit jaar lijkt dat aantal ongeveer te gaan verdubbelen. “Als het mooi weer blijft, gaan we dat wel halen. Wij vertellen onszelf dat alles wat nu valt, daarna niet meer kan vallen. Je kunt er niet veel zinnigs over zeggen, maar we checken het elke seconde van de dag.”
Het festival, dat dus ontzettend kleinschalig begon, blijft groter en groter worden. “Het wordt steeds professioneler en dat blijven we doorvoeren. We hebben een tweede area aangekondigd en dat komt eigenlijk deels uit het klanttevredenheidsonderzoek. Bezoekers willen gewoon meer te ontdekken hebben op het terrein”, vertelt Jan van Weert.
Niet té groot
Toch zeggen bezoekers van het eerste uur steeds vaker: “Jullie gaan toch niet nóg groter, hè?” Maar, legt Jan van Weert uit, groei hoeft niet ten koste te gaan van intimiteit. “Ik denk dat een festival van duizenden bezoekers nog steeds heel intiem aan kan voelen. Een heel mooi voorbeeld is Awakenings bij de Beekse Bergen. Zij doen nu een kleinere versie van 17.000 man en zij krijgen nu terug dat het lijkt op de eerste jaren van Awakenings. Het kan dus zeker.”
Er moet van alles geregeld worden en voor de organisatoren kost het, helemaal in de weken voor het festival, misschien wel twintig uur per week. Toch is dat het allemaal waard. “Voor mij is dat het moment dat ik over de schouder van de dj meekijk in het publiek. Daar kan niks tegenop”, vertelt Menno, terwijl de anderen instemmend knikken. “Daar zou ik het liefst mijn fulltime baan van maken.” De eerste stap lijkt daar na deze editie in gezet te worden. “Het zal niet in een keer een fulltime baan worden, maar misschien wel voor één of twee mensen acht uur per week.”

Succesvolle editie
Het grappige is dat de drie aanwezige organisatoren allemaal naar net wat anders uitkijken. “Voor mij is dat het tweede deel van de dag, want het eerste deel vind ik echt nog te spannend. Dan heb ik echt geen rust om even twee minuten te blijven staan”, vertelt Wouter. “Voor mij ook wel het stukje daarna”, vult Jan hem aan. “Hoe gaat deze editie bijdragen aan het grotere geheel?” Voor Menno is het juist de week voorafgaand aan het festival. “Als we onze tent uitklappen, waar we de hele week in zitten. Vanuit daar weet iedereen wat hij moet doen, want het draaiboek hebben we dan al honderd keer doorgelezen. Daar kijk ik het meeste naar uit.”
