In 1996 kreeg José de vraag om als vrijwilliger, voor toen nog het Astmafonds, te collecteren. De vraag kwam van meneer Spijkers, de coördinator in haar wijk. Hij woonde bij José om de hoek. Over meedoen, heeft ze geen moment getwijfeld. “Vroeger hielp je elkaar”, vertelt ze. De Tilburgse kreeg dat van huis uit mee. Ook medecollectant Olga zette zich altijd voor meerdere fondsen in.
Alle beetjes helpen
Door de jaren heen hebben de dames verschillende donaties voorbij zien komen. “Voor de een is vijftig cent zoveel en voor de andere zoveel. We zijn overal blij mee”, zegt José. “Alle kleine beetjes helpen”, vult Olga haar aan.
Vooral de onverwachte momenten zijn het leukst, vertellen ze. “Dat je aan de deur komt en denkt: nou die geven niks. Als ze dan terugkomen en twintig euro in de bus stoppen, dat zijn leuke momenten.” Maar ook de minder leuke reacties horen erbij.“ Er zijn straten waar tachtig procent niet opendoet of niks geeft, maar ik zeg altijd vriendelijk goeiendag.”
Partner aan haar zijde
José heeft veel collecteweken gedeeld met haar man. Wijken waar niemand graag wilde collecteren, pakte hij op. José was erg trots: “Hij pakte de fiets en ging er gewoon naartoe, hij deed dat gewoon.” Na een aantal jaar nam hij de coördinatie van hun wijk over. Samen hebben ze altijd veel geld opgehaald en met veel plezier gelopen. Voor hun inzet hebben ze een bos bloemen gekregen van het hoofdkantoor in Amersfoort.
Helaas is de man van José anderhalf jaar geleden overleden aan longvlieskanker. Om nog maar eens aan te geven hoeveel de man van José er om gaf: in plaats van bloemen bij zijn crematie, gaf hij liever een donatie aan het Longfonds.
Bedankkaartjes
Na iedere collecteweek kreeg je vroeger een bedankkaartje opgestuurd. José heeft de kaartjes van al die jaren zorgvuldig bewaard en er staat zelfs op hoeveel geld je opgehaald had. “Hier had ik bijvoorbeeld 229 gulden opgehaald. Dat was best veel in 2000”, liet José op een van haar kaartjes zien. Ook nu halen ze jaarlijks nog veel geld op en daar zijn ze heel blij mee. In Brabant haalden José en Olga op wijkniveau het meeste op. “Dat komt omdat wij zo’n hechte groep zijn”, vertellen de twee dames samen.
Zo lang mogelijk door
Dat het belangrijk is om te collecteren, is voor hen een feit. “Het is alleen maar heel goed dat ze die onderzoeken doen, het zijn gewoon kloteziektes”, vertellen de dames. Ze zijn dankbaar dat ze dit nog steeds kunnen doen. Plannen om te stoppen zijn er dan ook nog niet. “We gaan door zolang we kunnen.”
