Joeri was hovenier maar werd acteur: ‘Dat valt niet mee in deze coronatijd’

Joeri in het toneelstuk 'De koning eet'. (foto: Omroep Brabant)

De Tilburgse acteur Joeri Happel (30) heeft de beroerdste carrièrestart die je maar hebben kunt. Twee jaar geleden studeerde hij af en sindsdien is er corona. Maar Joeri geeft niet op. Voor het Zuidelijk Toneel werkt hij aan een toneelstuk voor kinderen. Woensdagmiddag liet hij vast een stukje ervan zien aan minister Ingrid van Engelshoven van Cultuur. Ze was op werkbezoek bij Het Zuidelijk Toneel.

Joeri laat met zijn collega Ali Can Unal een stukje zien van de voorstelling ‘De Koning Eet’. De minister en haar entourage zijn het publiek. Het is een van de weinige momenten waarop Joeri publiek voor zich ziet. Door corona krijgt hij weinig kansen: “En ondertussen wordt de database aan jonge acteurs steeds groter. Het hoopt allemaal op”, schetst hij zijn penibele situatie aan Omroep Brabant.

“Ik voelde me geroepen, ik wil mezelf uitdagen.”

En dan te denken dat hij zo’n goede baan had: met twee vrienden had hij een hoveniersbedrijf. Hij heeft zijn overstap nog wel eens betreurd, lacht hij: “Ja, dat was echt een superrelaxed leven. Het was wel heel hard werken, maar je neemt bomen niet meer naar huis. En acteren stopt nooit. Daar krijg je veel stress van.”

Op zijn 24e ging Joeri naar de toneelschool: “We leven maar één keer. Dus ik wil het op een zo rijk mogelijke manier invullen. Ik voelde me geroepen, ik wil mezelf uitdagen.”

Minister Van Engelshoven wil met haar werkbezoek de jonge acteurs een hart onder de riem steken. Want ze maakt zich zorgen, zegt ze: “Zelfs als je al twintig jaar op het toneel staat, een gevestigde naam bent en veel ervaring hebt, is dit een moeilijke tijd. Ervaren acteurs komen die wel te boven. Maar als je nog aan alles moet beginnen, dan is het extra zwaar. Want je onzekerheid is gewoon veel groter.”

“Misschien is op een gegeven moment de droom ook failliet.”

Bij Joeri voel je de twijfel: “We gaan gewoon kijken hoe lang het loopt, hoeveel verhalen we nog kunnen maken en verzinnen. Maar niemand weet hoe lang deze pandemie nog uitdijt en wat voor varianten we nog krijgen. Misschien is op een gegeven moment de droom ook failliet. Als het echt minder wordt, moet ik ermee stoppen. Maar nu moet ik nog even door, denk ik.”

In het voorjaar moet de voorstelling ‘De koning eet’ te zien zijn in een circustent in Tilburg-Noord, de wijk waarin Joeri opgroeide.

Om jonge theatermakers als Joeri ook in de toekomst te helpen, heeft de gemeente Tilburg eind oktober een herstelfonds van drie miljoen euro in het leven geroepen.

Omroep Brabant