Edita Saakian
In een jaar tijd heeft de stichting er zeventig huishoudens in Tilburg bij gekregen. En die stijging is bijzonder, want het aantal leden was juist aan het dalen. Van maart 2021 tot november 2021 werden 550 gezinnen geholpen. “Na november 2021 zagen we het aantal huishoudens met twintig extra cliënten per maand stijgen,” vertelt Martin de Kok Van januari 2022 tot maart 2022 kwamen er zo’n 51 huishoudens bij. In totaal telt de Voedselbank in Tilburg nu 620 gezinnen. Dat is een stijging van 12,5%.
“Tijdens de eerste coronagolf zagen we juist een vermindering in het aantal leden. Nu zitten we op hetzelfde niveau als twee jaar geleden. Ik zie het aantal huishoudens bijna wekelijks stijgen.” De stijging laat zich niet makkelijk verklaren, laat de Kok weten. “We zien wel dat de drempel om naar onze voedselbank te gaan een stuk lager is geworden.”
“De zwaksten worden worden nu weer het hardst getroffen en dat zien we terug in deze cijfers.”
In oktober vorig jaar opende de stichting de nieuwe locatie aan de Kapitein Hatterasstraat. Ze geloofden toen al dat de nieuwe locatie de potentie had om schaamte bij de leden weg te nemen. “Daar hebben we ook nadrukkelijk aan gewerkt. We hebben een winkelconcept en koffiehoekje geïntroduceerd. Dat zingt rond in de stad.”
Het dure leven en de energieprijzen zijn ook redenen van de stijging. “Er zitten een heleboel mensen letterlijk in de kou. Je ziet dat ze meer zorgen hebben dan een aantal maanden geleden. De armste worden nu weer het hardst getroffen en dat zien we terug in deze cijfers”, vult de Kok aan.
“Vaste producten als pasta en rijst missen soms in de pakketten.”
Er is nog iets vervelends aan de hand, laat de voorzitter weten: “We merken dat we minder producten krijgen van bedrijven om uit te delen. Enerzijds zie je dat meer huishoudens een beroep op ons doen en anderzijds zie je de voedselstroom teruglopen.”
In de praktijk betekent dit dat hun cliënten met minder producten naar huis gaan. “Daar komt het gewoon op neer. Vaste producten als rijst en pasta missen soms in de pakketten. We kunnen niet elke week het pakket bieden dat we willen.”
Volgens Martin kan dat komen doordat bedrijven ‘efficiënter’ zijn gaan werken. Overgebleven producten gingen vroeger vaker naar de Voedselbank. Maar omdat bedrijven als de Albert Heijn en de Lidl minder voedsel verspillen, gaat er ook minder naar de stichting. “Dat is voor ons best een vervelende ontwikkeling.”
“We zijn druk op zoek naar alternatieven om toch te zorgen dat er voldoende voorraad overblijft voor de voedselbank.”
Sommige Oekraïners zijn ook afhankelijk van de Voedselbank. Tot nu toe meldden zo’n zes Oekraïense gezinnen zich aan. Hij verwacht daarom dat de stijging nog even doorzet. “We zijn druk opzoek naar alternatieven om toch te zorgen dat er voldoende voorraad overblijft voor de voedselbank. Maar dat valt niet mee.”
De Kok laat weten dat hij nog niet aan de bel hoeft te trekken, maar dat het wel een stevig aandachtspunt is. “Brabant is rijk aan voedselleveranciers. Ik voel nog geen paniek, maar het is wel zorgelijk dat we eerst wel voldoende voedsel hadden, zonder dat we ons al te veel hoefden in te spannen.”
