Wanneer de kittens langere tijd in het asiel zitten, zorgt dit voor een hogere infectiedruk. Dat wil zeggen dat ze sneller ziek kunnen worden of andere dieren sneller ziek kunnen maken. “Je hebt kans dat een kitten met niesziekte de hele kraamkamer aansteekt”, legt Kruijzen uit. Ook is socialisatie belangrijk. In een gastgezin zijn daar meer mogelijkheden voor dan in het dierenasiel. “Thuis maken de kittens de stofzuiger, televisie en visite mee”, stelt de assistent-beheerder. Dat komt goed uit als ze later geadopteerd worden.
Dag en nacht de fles
Verder hebben sommige dieren intensieve verzorging nodig, die ze op het asiel niet kunnen aanbieden. Kittens die flesvoeding nodig hebben, krijgen om de twee à drie uur de fles. “Ook in de nacht”, stelt Kruijzen. “Daar komt best veel bij kijken.” Als laatst heeft het asiel geen plek om al die dieren op te vangen.
Tiiu Tuohimäki, een Finlandse in Oisterwijk, is gastgezin. Zij heeft momenteel zeven kleintjes en de moederpoes in huis. “Het is erg leuk”, stelt ze. “Ik heb het altijd al fijn gevonden om met dieren te zijn.” Zodra ze negen weken oud zijn, mogen de diertjes de deur uit. “Dat wordt wel lastig, zeker voor mijn dochtertje”, vertelt Tuohimäki. “Je krijgt toch een speciale band.”
Kittens begrijpen niet dat ze ons kunnen vertrouwen
De moederpoes uit dit gastgezin is in een park gevonden. Niemand weet wat over haar achtergrond. Het grootste deel van de kittens uit het dierenasiel komt van straat. “Soms zijn de katten bang, omdat ze slechte ervaringen hebben”, zegt Tuohimäki. “Het is het moeilijkst dat ze niet begrijpen dat ze ons kunnen vertrouwen”, stelt ze. “Gelukkig weet ik dat ik m’n best doe en zij nog een heel leven voor zich hebben.”
Het dierenasiel heeft nu zo’n 25 gastgezinnen. In een droomwereld zouden dat er een stuk of 50 zijn. “Alle gastgezinnen die een drachtige moederpoes willen, zitten vol”, stelt Kruijzen. Het is handig voor het dierenasiel om meer gastgezinnen te hebben, omdat iedereen z’n eigen wensen heeft en rond deze periode soms ook nog een keertje op vakantie gaat. “We hebben allerlei soorten mensen nodig. Sommigen willen bijvoorbeeld geen moederpoes, omdat zij de bevalling spannend vinden”, legt ze uit.
Hard werken
Ook is het een verrassing voor hoeveel kittens iemand dan moet zorgen. “Er kunnen drie kittens uitkomen, maar vorig jaar hadden we een nestje van elf”, zegt Kruijzen. “Dat is best wel een taak: allemaal controleren, voeren en mee naar de dierenarts.” Als een gastgezin eenmaal bezet is, is deze zo’n twaalf weken bezig. “Soms zijn ze ook nog ziek, dan moet je langer wachten”, zegt de assistent-beheerder.
Er zijn ook andere onvoorziene situaties. “Ik had een keer een huilende vrijwilliger aan de telefoon”, vertelt Kruijzen. “Een kitten was overleden.” Het diertje had longworm, een parasitaire aandoening. “Dat is gewoon heel klote, maar het kan gebeuren, omdat ze van de straat komen. Je kent de gezondheid niet”, stelt Kruijzen. “De ideale situatie is dat ze allemaal niks mankeren en snel op een leuke plaats terechtkomen.”
Het is vooral erg leuk
Over het algemeen is dat ook wat er gebeurd. Gastgezin zijn, is vooral leuk. Alle kosten worden vergoed door het dierenasiel, vertelt Tuohimäki. “We zijn de kittens nu aan het socialiseren. We spelen veel en praten tegen ze”, zegt ze. “Zodra ze oud genoeg zijn, krijgen ze hun vaccinatie en chip en kunnen we een nieuw plekje voor ze vinden. De nieuwe baasjes gaan zo blij met ze zijn.”
