Vanessa SpaandermanDe kersverse communicatieprofessional is dagelijks druk in de weer van het bakken van haar eigen koekjes. Het is iets wat Pleun al jaren doet en uiteindelijk waren het haar vrienden die haar een zetje in deze richting gaven. “Ze gaven aan dat ik er iets mee moest doen en mijn koeken moest gaan verkopen”, vertelt Pleun. Na wat brainstormen was ze eruit: koeken en ijs in de Piushaven.
Opstarten van het bedrijf
Ze moest een ijskar hebben. Samen met haar vader huurde ze een huurbusje en gingen ze op pad. Daarvoor moesten ze naar het Gelderse Epse rijden. Ze vond een ijskar, maar die was niet echt naar haar smaak: een gele koe likkend aan een ijsje. Daar is nu niets meer van te zien. Zelfs het wit-gele dak van de kar is aangepakt. Daar had Pleun wel wat hulp bij nodig. “Heel veel schuren”, lacht Pleun. “Ik heb vriendinnen gevraagd of ze wilden helpen. Die hebben uiteindelijk ook geholpen met het schuren, want het duurde wel even voordat de koe eraf was.”
Ze bouwde de ijskar compleet om. Het hele proces van het opstarten van haar bedrijfje heeft ze vastgelegd op TikTok.
(Tekst loopt door onder de foto.)
Concurrentie
Elke dag bakt ze ruim 100 koeken om te verkopen bij de Piushaven. Als Tilburgse kent ze de stad door en door. Het was daarom niet moeilijk om een plek te kiezen voor haar ijskar. Ze kreeg een vergunning in de Piushaven. Ondanks dat het ijsbedrijf van Vittorio ook in de haven te vinden is, merkt ze geen concurrentie. “We staan allebei op andere plekken. Ondernemen hier gaat juist heel vriendschappelijk. Soms ruil ik een koekje voor een flesje drinken. Ik vind het hier echt gezellig.”
Groot dromen
Ondanks dat ze nog maar twee weken geopend is, heeft Pleun al grootse dromen. Zo hoopt ze ooit haar eigen koekenwinkel te kunnen openen. Het kan niet snel genoeg gaan voor de jonge ondernemer. “Ik ben af en toe iets te ongeduldig. Het liefste zou ik het dit jaar nog willen openen”, lacht Pleun. “Maar ik denk op zijn vroegst dat het toch wel volgend jaar gaat zijn. Het zal anders wel heel snel zijn, maar het is toch ook een beetje dromen.”
