Een majesteit valt: Tilburg neemt afscheid van haar oudste iep

Deze historische iep neemt na 150 jaar afscheid (Foto: Omroep Tilburg).

Wie woensdagochtend door het Wilhelminapark fietst, rijdt door een wolk van houtsnippers. Het ruikt naar zoet hout, terwijl zware takken met doffe klappen neerkomen. De oudste iep van Tilburg, sinds 1870 standvastig aanwezig, bezwijkt woensdagochtend door de motorzagen.

Lang werd er nog hoop gekoesterd. De gemeente Tilburg liet de boom vorig zomer zelfs onderzoeken in Wageningen. Maar de diagnose liet weinig ruimte voor twijfel: de iep was niet alleen stokoud, maar ook geveld door de gevreesde iepenziekte. Sindsdien stond ze daar dertig meter hoog en bladloos in een verder groen park. Eerst sterven de bladeren, daarna de takken, en ja, uiteindelijk het hart van de boom.

“Pure schoonheid”

De boomkapper trekt zijn tuig stevig aan en wordt in de boom gehesen. Bovenin zwaait hij de ketting met routine over de juiste takken, als een lasso. Dan klinkt de motor van de kettingzaag. Langzaamaan, bijna respectvol, zet hij de zaag in het hout.

Aan de rand van het kapterrein staat Joost Werkhoven toe te kijken. Zondags ruimt hij zwerfafval in het Wilhelminapark, maar zijn echte liefde zijn de bomen zelf.

Vanuit zijn huis heeft hij een stukje boomstam meegenomen van een gekapte boom uit het Mattheushof, als referentie. “Ik leg de stukken hout gewoon in mijn woonkamer”, zegt hij. “Pure schoonheid”. Vandaag hoopt hij een paar mooie stukken van deze historische iep mee naar huis te krijgen. Hij wil er in ieder geval drie voor zichzelf. “Misschien een domme vraag, maar kan ik nog een meter doorsnee krijgen? Voor de lepelsnijders.”

Werkhoven heeft zich verdiept in de geschiedenis van de boom. Hij vertelt over een oude foto uit 1870, waarop de jonge iepen net geplant zijn. Voordat het Wilhelminapark bestond en tuinarchitect Springer zijn plannen nog moest tekenen. “Deze iep was toen al fors. Als je dat vergelijkt met hoe dik de stam nu is… We wisten meteen dat ze hier echt heel lang staat.”

Draaimolenhout?

Behalve Joost staan er meer liefhebbers klaar. Een van de organisatoren van het jaarlijkse parkfestival ruikt zijn kans: “Misschien maken we er wel een draaimolen van”, zegt hij terwijl een meterslang stuk stam voor de organisator voorzichtig op de grond wordt gelegd.

Wat er verder met het hout gebeurt, hangt nog even in de lucht. Eerst onderzoekt de gemeente of het hout stevig genoeg is voor kunstwerken, meubels of iets anders moois.
Nieuwe aanplant laat voorlopig ook op zich wachten. De majestueuze iep krijgt niet meteen een opvolger. De gemeente wil eerst nadenken over de herinrichting van het park.

Edita Saakian