Daarom weet hij als geen ander hoe verborgen het leven van deze nachtdieren is. “Ze zijn zo schuw, je ziet ze bijna nooit. Mensen mogen ook niet bij de burcht komen, omdat dassen rust nodig hebben. Maar als ze eenmaal op de camera staan, dat is echt genieten.”
De beelden zijn vers van de pers: een paar pluizige dassenjongen, die in mei hun eerste voorzichtige stapjes buiten de burcht zetten. Ze zijn vermoedelijk in februari geboren en verkennen nu langzaam de wereld buiten. “Ze zijn op onderzoek uit, maar blijven in het begin nog heel dicht bij huis”, zegt Peter.
Jaren op zoek zonder er één te zien
Zijn liefde voor de das begon met een flinke portie geduld. “Ik heb jarenlang gewandeld in de Loonse en Drunense Duinen en Huis ter Heide, zonder ooit een das te zien”, lacht Peter. “Pas toen ik begon met het plaatsen van wildcamera’s, op plekken waarvan we weten dat er burchten zitten, begon er wat te komen.”
Wat hij toen op beeld kreeg, verraste hem. “Ik wist al wel wat af van dassen, maar toen ik hun gedrag zag – hoe sociaal ze zijn, hoe ze elkaar verzorgen, met elkaar slapen, elkaar begroeten – ja, dat heeft me echt gegrepen.” Met een glimlach: “Dat blijft toch altijd een beetje een verrassing. Dat je die jonge beestjes dan voor de eerste keer weer ziet.”
Terugkeer van de das in Brabant
De das is inmiddels een vaste bewoner van de Brabantse natuurgebieden, maar dat was ooit anders. “In de jaren negentig waren er nauwelijks nog dassen te vinden in de regio. Toen zijn ze op een aantal plekken uitgezet”, legt Peter uit. “In Huis ter Heide hebben ze destijds een grote ren gemaakt, met een kunstmatige burcht, en daar zijn toen een mannetje en vrouwtje uitgezet. Na een tijdje ging het hek open, en toen zijn ze zelf op pad gegaan.”
Inmiddels leven er weer dassen op meerdere plekken in Midden-Brabant: van Dongen tot het defensieterrein bij Gilze-Rijen en natuurlijk de Loonse en Drunense Duinen en Huis ter Heide. Peter: “Ik geloof dat we in onze regio nu zo’n 130 burchten hebben gevonden.”
Wat Peter vooral fascineert, is hoe georganiseerd de dassen leven. “Ze hebben vaste toiletten, dat had ik nooit gedacht. Ze houden hun omgeving netjes. En ze brengen geur over aan elkaar door te ‘stempelen’, dus ze duwen hun onderkant tegen elkaar aan – dan weten ze: ‘jij hoort bij mij’.”
Niet alleen maar goed nieuws
Toch is het niet allemaal rozengeur. Veel jonge dassen worden doodgereden, vertelt Peter. “Op een gegeven moment moeten de jonge dassen op zoek naar hun eigen plek. En dan moeten ze wegen oversteken. Dat is een groot probleem. In Udenhout ligt inmiddels een dassentunnel. Dat werkt, maar het moet wel op de juiste plekken gebeuren.”
Vorig jaar treinproblemen door dassen, dit jaar waarschijnlijk weer
Na jaren van afwezigheid zijn de dassen in de Loonse en Drunense Duinen dus weer helemaal terug. Sterker nog, vorig jaar veroorzaakten ze zelfs flinke problemen voor het treinverkeer rond Tilburg. Peter lacht: “Dat gaat dit jaar waarschijnlijk ook weer gebeuren. Je moet het proberen te voorkomen, want je zit toch naast een natuurgebied waar dieren leven. Maar zolang de taluds niet goed beveiligd zijn door de spoorwegen, blijven de dassen daar gewoon graven.”
